vrijdag 22 april 2011

Educatieve Software implementeren

De komende jaren kiezen de meeste basisscholen een nieuwe rekenmethode. De uitgevers ontwikkelen tegenwoordig prachtige educatieve software pakketten die bij de methode horen en zelfs vaak een geïntegreerd onderdeel vormen. Waar de pakketten eerst nog geïnstalleerd moesten worden op een netwerk, zijn de nieuwe pakketten meestal webbased. De pakketten kunnen dus steeds flexibeler worden ingezet.
Toch worstelen nog veel scholen met de structurele implementatie van educatieve softwarepakketten in het onderwijs. De inzet hangt vaak af van de individuele ICT vaardigheid en motivatie van de leerkracht. Als de software al wordt gebruikt, dan gebeurt dat vaak additioneel in plaats van geïntegreerd.
Als je kinderen zonder begeleiding achter de computer zet gaan ze spelletjes spelen. Dit doen ze net als thuis. Ze openen een spelletje, sluiten deze weer, kiezen een ander spel of beginnen opnieuw. Op de juiste manier werken met educatieve software is vaak een verandering van denken. Leerkrachten en leerlingen moeten zich ervan bewust zijn dat het werken met educatieve software een andere vorm van werken is. Het is dus geen spelletje!
Zelf ben ik er voorstander van om in het Leerlingvolgsysteem van een softwarepakket leerlingen weinig vrijheid te geven. Ze kunnen alleen de opdrachten maken waar nu gewerkt wordt. Dit heeft twee redenen:
Ten eerste dwingt het de leerkracht om vaak in het systeem te kijken. De leerkracht wordt hierdoor automatisch vaardiger in het gebruik.
Ten tweede moet je kinderen kaders bieden waarbinnen ze kunnen werken. Ook de leerlingen krijgen door dat de software een onderdeel is van de les.
Het is erg belangrijk dat een leerkracht in de les aandacht besteed aan de gemaakte opdrachten. Geef kinderen ook feedback op het gebruik van de software.
Een goede geïntegreerde inzet van educatieve software begint bij de directie van de school. Zij moeten een goede visie over de inzet formuleren. Als je denkt dat de inzet van software altijd tijd oplevert moet je het niet doen!
Belangrijk in het gebruik is kennis. Als leerkracht moet je weten wat de visie van de uitgever is bij het pakket. Is het oefensoftware of toetssoftware? Kun je delen uit de methode vervangen voor het softwarepakket?
Verder moet je de werking van het pakket goed beheersen. Dat wil dus zeggen dat je zelf ook opdrachten uit de software moet maken. En vervolgens ook naar de resultaten gaat kijken.
Mijn advies is om zo dicht mogelijk bij de methode te blijven!
Misschien wel de belangrijkste stap is de borging. Vaak zijn er op scholen in het verleden wel afspraken gemaakt over de inzet. Maar zijn deze door de waan van de dag in een map beland. Belangrijk is om goed af te spreken wie er verantwoordelijk is voor de borging. Mijn advies is om dit bij de directie neer te leggen. Die komen vaak in klassen en kunnen leerkrachten aanspreken als software niet goed wordt gebruikt. Laat de afspraken ook jaarlijks terugkomen op een vergadering. Waarnodig kunnen de afspraken ook worden bijgesteld.


stappenplan:

  • Vaststellen visie van de directie
  • Informatie bijeenkomst voor het team
    • Uitgangspunten en visie van de uitgever
    • Uitleggen werking softwarepakket
    • Aan de slag met de software en LVS
  • Afspreken van een proeftuin van een maand
    • Iedereen gaat in zijn klas een maand aan de slag.
  • Afspraken over inzet en werking op papier zetten
    • Sla deze afspraken op een plaats op waar iedereen erbij kan (ook nieuwe leerkrachten)
  • Borging
    • Maak afspraken over de borging. Wie controleert of er daadwerkelijk volgens de afspraken wordt gewerkt.
    • Laat jaarlijks de afspraken langs komen en stel ze waarnodig bij.
Wouter Stiekema

Geen opmerkingen:

Een reactie posten