maandag 18 april 2011

Kleuters en computers

Steeds meer krijgt het computergebruik vorm in de onderbouwgroepen. Geweldig, want het is belangrijk dat de kinderen van de toekomst ook toekomstgericht onderwijs krijgen. Zo hebben de meeste  kleuterleerkrachten de computer een vaste plek gegeven tijdens de werkles. Het is niet meer de vraag OF we de computer gaan gebruiken, maar vooral de WIE, WAT, WANNEER vragen staan centraal.

WIE?
Mag ieder kind even vaak op de computer, omdat dat eerlijk is? Of heeft de een het meer nodig dan een ander kind, omdat het bijvoorbeeld extra oefening nodig heeft. Er zijn totaalmethodes waar zelfs wordt aangegeven welke spelletjes kinderen op de computer moeten doen wanneer ze uitvallen op een bepaald onderdeel.
Wanneer je uitgaat van meervoudige intelligentie kun je ook zeggen dat de ene leerling prettiger leert van een computerspel, en een ander prettiger via een tekenactiviteit.
Wanneer de computer een vaste plek heeft op je planbord en je de spelletjes in de kring uitlegt (eventueel op een digitaal schoolbord) kun je de kinderen ook enthousiast maken om de computer te kiezen tijdens het werken.

WAT?
Wat we op de computer doen is afhankelijk van de educatieve programma’s die een school voor de groepen 1 en 2 heeft aangeschaft. Dat kan software zijn die bij een methode hoort. Maar het kan ook een los educatief pakket zijn. Belangrijk is om te kijken welke doelen je wilt behalen wanneer de kinderen de spellen spelen. Spelen omdat het ‘leuk’ is, kan, maar belangrijker is een educatieve waarde. Kijk of de pakketten de lading dekken van hetgeen dat je wilt dat de kinderen leren.
Let bij het kiezen voor een bepaald pakket ook op de leerling-registratie, het is belangrijk om op een eenvoudige manier te kunnen zien, hoe goed een leerling een bepaald onderdeel doet.
Wanneer je kinderen op het internet spelletjes laat spelen, is het noodzakelijk dat er goede auditieve ondersteuning is, zodat het duidelijk is voor de kinderen wat ze moeten doen. Denk hierbij ook aan vervelende pop-ups en reclamebanners die de kinderen in de war kunnen maken of voor erg veel afleiding zorgen.
Naast de spelletjes die zich vooral richten op taal en rekenvaardigheden, kun je ook zoeken naar spelletjes die de muisvaardigheid trainen. Het is van belang is dat bepaalde vaardigheden reeds in de onderbouw wordt aangeboden. De ICTleerlijn van de school zou je hier houvast kunnen geven.

WANNEER?
De computers die in de groepen 1 en 2 gebruikt worden, worden over het algemeen ingezet tijdens de werkles. Ga na of het ook mogelijk is om tijdens deze werkles ook de computers in de andere groepen te gebruiken wanneer deze bijvoorbeeld aan het gymen of buitenspelen zijn. Zo kun je dubbel zoveel werkplekken gebruiken.

Het is een keus om kinderen gedurende de hele werkles achter de computer te laten zitten. Bij veel educatieve programma’s kun je werken met werklijstjes of kun je de maximaal te spelen tijd instellen. Zo kan er tijdens de werkles ook gerouleerd worden.

Ga als onderbouw eens na of er bevredigend antwoord gegeven kan worden op de WIE, WAT en WANNEER-vraag, of kijk of er nog verbeterpunten zijn te vinden.

Succes!
Marloes de Vetten

Geen opmerkingen:

Een reactie posten