maandag 12 december 2011

Onderwijs 4.0

In het NRC van vrijdag 18 november jl. stond een aardige recensie. Een Indiase econoom, Pankaj Ghemawat, heeft onlangs een boek uitgebracht. Het heet World 3.0. De titel is een reactie op World 1.0 waarin het gaat om de tijd van de oude staten en oude vertrouwde grenzen. World 2.0 zou precies het tegenovergestelde zijn: alle grenzen weg; het toppunt van globalisering. Hij betoogt in zijn nieuwe boek dat er echter veel minder globalisering is dan de meeste mensen denken. Vooral zakenmensen overschatten dit fenomeen. Ghemawat heeft onderzocht dat niet meer dan 2 procent van alle buitenlandse studenten studeert in het buitenland. Ook andere cijfers zijn interessant te noemen. Zo is maar 18% van al het internetverkeer grensoverschrijdend. Desalniettemin krijgen we al jaren voorgespiegeld dat onze wereld kleiner wordt en grenzen zouden vervagen.

Dan naar het onderwijs. Op linkedIn wordt er veel gediscussieerd over het gebruik van Twitter, Facebook en andere vormen van nieuwe media in de klas. Maar ook ELO’s en de aanschaf ervan. Een citaat uit de groep Onderwijs 2.0 op LinkedIn: “Welke ELO moet wij kiezen voor onze vmbo - groen? Magister of It's Learning. We hebben nu Brainbox onderdeel van Blackboard.

Terug naar de basis. Hoeveel leerkrachten zouden in staat zijn om mee te doen aan onderwijs 2.0 of 3.0? We nemen juf Janny uit groep 4. Ze is ook bezig met opbrengstgericht werken en weet dat ze goede en gerichte instructie moet geven. Heeft ze het niet veel drukker met het voeren van goede en constructieve gesprekken met leerlingen en ouders? Is het niet veel belangrijker dat zij met de groep samen praat over de dingen die buiten gebeuren? En haar leerlingen laat reflecteren op wat zij net hebben gehoord en gedaan? Lesgeven is immers interactie.

Iets algemener: Hoeveel leerkrachten op een en dezelfde school weten van elkaar of ze als school zich meer bezig willen houden met kennisoverdracht of kennisconstructie? Hoeveel collega´s gebruiken Twitter of Facebook? U zou eens een onderzoekje moeten doen op uw eigen school. Zoek uit wat jullie school belangrijk vindt. Dan heeft u de feiten en kunnen we ons eindelijk richten op onderwijs 4.0: onderwijs gebaseerd op een heldere visie en werken vanuit die visie. Wellicht hoort social media daar ook bij.

Bastiaan Kooij

dinsdag 22 november 2011

werken met een E-portfolio in het PO

E-portfolio geeft beeld van brede ontwikkeling bij kinderen.Steeds meer scholen in het primair onderwijs omarmen het portfolio leren, omdat de traditionele toetsen niet een volledig beeld geven van de ontwikkeling en competenties van het kind. Op veel scholen is dit een papieren portfolio waar kinderen werk verzamelen om te kunnen laten zien wat ze geleerd hebben en trots op zijn.
Een digitaal portfolio ook wel een e-portfolio genoemd is de digitale variant en maakt het een stuk gemakkelijker om overal ter wereld aan te werken. Ook kun je anderen gemakkelijker je portfolio laten zien. Daarnaast is het voor de leerlingen heel uitdagend om middels een e-portfolio te laten zien wat je al kan en nog moet leren.
Wat is nu eigenlijk een digitaal portfolio? “In een leerlingportfolio verzamelt de leerling eigen werk van een bepaalde periode (van één of meer vakken of leergebieden) en vult dit aan met een reflectie over het eigen werk. Dit is dus iets van de leerling en de leerling is ook de enige persoon die invloed uitoefent op het gepresenteerde werk. Daarnaast is het mogelijk om als school te werken met een portfolio waarbij ook de leraar een rol speelt. Bijvoorbeeld door naast de reflectie van de leerling een feedbackopmerking in te kunnen voeren”.
Goed onderwijs bestaat uit de elementen Instructie, Interactie,feedback en reflectie. “we leren niet van de ervaring, maar vooral van reflectie op deze ervaring”  John Dewey. ICT is een hulpmiddel om bepaalde leerdoelen te halen. Al sinds de komst van de eerste computers zijn we in het onderwijs opzoek naar een zinvolle plek in het leerproces. Terwijl voor steeds meer kinderen de computer vaak de gewoonste zaak van de wereld is en actief zijn op profielpagina’s als hyves en facebook. Maar er zijn ook genoeg kinderen die juist onvoldoende computervaardigheden ontwikkelen.
Veel leerkrachten zijn niet opgegroeid in de multimediale wereld en worstelen met de inzet van computers op een betekenisvolle manier. Daarnaast wordt er van de leerkrachten veel verwacht;  handelings- en opbrengst gericht werken en het verzorgen van passend onderwijs.
Als we die ingrediënten nu eens samenvoegen kan het werken met een e-portfolio zinvol en betekenis vol zijn. Leerlingen zijn over het algemeen zeer gemotiveerd om te leren middels ICT. Voor het onderwijs is het goed dat leerlingen inzicht in hun eigen leerproces krijgen en ook reflecteren op dit proces. Uit onderzoek blijkt ‘Wanneer leerlingen werken met een portfolio leren ze om hun vooruitgang als leerlingen inzichtelijk te maken en nieuwe doelen te stellen. leerkrachten krijgen nieuwe inzichten van hun prestaties en vooruitgang’. Wolf, 1989.
Voor de school is het wel van belang dat het portfolioleren goed wordt geimplementeerd in de dagelijkse praktijk. Alleen met het aanschaffen van een e-portfolio ben je er nog niet, want ook het aanleren van vaardigheden al feedback geven en ontvangen zijn van belang. Daarnaast zal de leerkracht het proces moeten bewaken en aansturen door middel van portfoliogespreken. Dat deze gespreken heel waardevol kunnen zijn hoorde ik laatst van een leerkracht die de volgende opmerking maakte: ”uit de portfoliogesprekken met de leerlingen en ouders haal ik veel meer informatie dan welke toets dan ook.

Wouter Würdemann

vrijdag 14 oktober 2011

Prezi

Wat is Prezi?
Prezi is een online presentatietool. In plaats van met sheats werk je eigenlijk met een groot vlak waarop je alle informatie plaatst.
De kracht zit in het inzoomen. Het is mogelijk om heel ver op een plaatje of een stukje tekst in te zoomen. Op deze manier is het mogelijk om heel dynamisch langs allerlei objecten te gaan. Doordat de presentatie op internet staat is het ook heel goed op een Tabblet of pc te gebruiken.
Hoe werkt Prezi?
Nadat je een account hebt gemaakt kun je inloggen op de site van Prezi (www.prezi.com). Hier kun je een nieuwe presentatie (Prezi) aanmaken. Door ergens op het vlak te klikken kun je een tekst plaatsen. Deze zijn gemakkelijk met de muis te vergroten of te verkleinen. Naast tekst is het ook mogelijk om plaatjes of zelfs Youtube filmpjes te importeren. Dit gaat via de navigatieknop linksboven in het scherm.
Met Frames koppel je plaatjes en eventueel teksten aan elkaar. Dit is een belangrijk onderdeel. Het is mogelijk om zowel zichtbare als onzichtbare frames te maken.
Nadat je alle teksten en plaatjes hebt toegevoegd kun je de presentatievolgorde bepalen met het  Path. Je kunt een Path zowel aan een frame als aan een tekst of plaatje koppelen. Dit maakt het werken met een Prezi ook erg flexibel. Als je meer tijd hebt in een presentatie dan is het mogelijk om dieper op een bepaalde frame in te gaan.
Waarom gebruik je Prezi?
En Powerpoint is vaak erg lineair. Dit geeft aan de ene kant veiligheid voor de presentator. Aan de andere kan dit de presentatie ook wat stug maken. Met een Prezi kun je heel flexibel en dynamisch presenteren. Daarnaast biedt het ook veel mogelijkheden om allerlei zaken van internet op een mooie manier te integreren.
Wat zijn de voor-en nadelen van Prezi?
Het grootste voordeel van Prezi vind ik de intuïtieve manier van brainstormen. Je kunt heel goed al je ideeën op het vlak van de presentatie plaatsen en deze later rangschikken.
Daarnaast spreekt mij de creatieve kant ook erg aan. Doordat het werkt als een vector bestand (je kunt oneindig inzoomen) is het mogelijk om heel creatief te werk te gaan. Een voorbeeld is om een foto binnen een foto te plaatsen (zie voorbeeld) op de oorspronkelijke plaat lijkt het net dat er bijvoorbeeld een poster aan een muur hangt, of dat er iets op een foto of beeldscherm staat. Ga je een stap verder dan blijkt dit ook weer een nieuwe plaat te zijn.
Als je kiest voor het werken met een standaard presentatie moet je er wel rekening mee houden dat alle informatie online staat en ook beschikbaar is voor iedereen. Voor vertrouwelijke informatie is het dus wel aan te raden om een betaalde account te nemen.
Het is tijdens de presentatie wel raadzaam om een internetverbinding te hebben. Al is het met een Prezi viewer mogelijk om presentaties te downloaden.
Conclusie
Prezi is een leuke innovatieve presentatietool. Het werkt erg gebruiksvriendelijk. Ik vind het echt een aanrader om te gebruiken! Pas wel op met een gratis account. Alle informatie is dan ook voor iedereen toegankelijk.
Wouter Stiekema

vrijdag 7 oktober 2011

Avond/toekomst van het onderwijs

Rob Martens is hoogleraar multimediale educatie. Hij houdt zich bezig met vernieuwing in het onderwijs en wil dat o.a. sociale media meer wordt gebruikt in het onderwijs. Tijdens de uitzending van De avond van het onderwijs ging de hoogleraar in discussie met Presley Bergen (Beter Onderwijs Nederland, BON). De stelling luidde “ICT is de belangrijkste sleutel naar beter onderwijs” en eigenlijk was het antwoord vooraf al duidelijk. Tuurlijk niet! Meneer Bergen sloeg binnen 10 seconden de spijker op zijn kop: “ICT is een middel, net als een pen, een boekje…” En daarmee was eigenlijk de discussie wel klaar, dacht ik.

Na een korte film over het gebruik van laptops op het MBO vervolgde de hoogleraar zijn verhaal. Zijn visie op de jeugd klopte volledig. Een generatie die volledig digitaal opgroeit maar daar op school nog weinig  mee te maken krijgt. Kinderen leven in een digitale wereld. Een citaat van een leerling was: “School…dat is voor als ik off-line ben.” Toen was het de beurt van meneer Bergen. Ook zijn verhaal klopte helemaal. Hij pleitte voor een docent met inhoud. Iemand die goed in staat moet zijn om goed uitleg te geven. Hij was ook tegen ICT in de klas en toen had hij weer een paar sterkte argumenten. Het eerst was namelijk dat we kinderen overschatten als het gaat om hun kennis ten aanzien van ICT. Daarnaast kunnen kinderen heel moeilijk hun weg vinden via het internet. Het laatste argument was dat het volgens meneer Bergen een zooitje wordt met al die spullen in de klas. Tja…eigenlijk vroeg deze man om hulp bij het gebruik van ICT.

Wat beiden vertelden wordt prachtig weergegeven in een afbeelding op de website van BON. Het antwoord op de stelling werd gegeven door basisschool directeur Ton van Rijn. Meneer pleitte er voor dat de leerkracht moet leren om om te gaan met ICT. Net als hem wil ik daar aan toevoegen dat niet alleen de leerkracht, maar vooral ook de leerling moet worden begeleid in het gebruik van ICT. Dan blijft het een middel (zoals meneer Bergen terecht aangaf) en zal ook meneer Martens tevreden zijn.

Bastiaan Kooij

maandag 26 september 2011

Haal de wereld je klas binnen op het digitale bord

Verhalen vertellen een kunst die al sinds jaar en dag wordt gebruikt om kinderen te onderwijzen. Kinderen maken van de vertelde woorden een voorstelling en beleven zo het verhaal enorm goed mee.
Helaas is onderzocht dat maar weinig van al het gehoorde verhaal blijft hangen. Wanneer kinderen er ook nog wat bij zien, of kunnen doen, zal hetgeen dat onthouden moet worden procentueel omhoog schieten!
Eenvoudig is om op het digitale bord een praatplaat of mooie foto te zetten, waar de kinderen het verhaal nog eens extra beleven. Een plaat met hierop een VOC schip dat lijkt te deinen in de golven, spreekt al erg aan.
Ook een filmpje van 2 a 3 minuutjes is vaak al genoeg om voorkennis op te halen of je verhaal te onderstrepen.
Nog mooier zijn platen die interactief zijn. Hierop kan geklikt worden en  krijgt de leerling extra informatie, een vraag of een opdracht. Veel bedrijven maken dergelijke platen voor het onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan verkeersplaten die bij School op Seef op de site staan.
Prachtig zijn ook de internetsites waarbij je kunt inzoomen op bepaalde plekken op de wereld. Zoom in op de Grand Canyon, en je hebt een 360` beeld waarin je kunt ronddraaien. Maar ook in het Achterhuis van Anne Frank kun je rondlopen en wat dacht je van de straat van de school die je kunt benaderen met Google Streetview?
Zo gebruik je het digitale bord als ondersteuning bij je lesgeven. Door een stuk interactiviteit aan te brengen zal het overbrengen van kennis veel eenvoudiger gaan. Laat leerlingen klikken, door de straten lopen, vragen beantwoorden en quizjes spelen. Zo komt de wereld je klas echt binnen.

Marloes de Vetten

vrijdag 9 september 2011

Pecha Kucha

Op veel scholen gebruiken leerlingen PowerPoint bij hun spreekbeurt. Deze is al dan niet gemaakt door henzelf of door een familielid. Heel goed dat ze zijn geholpen. Wie is vroeger nou niet geholpen toen we een spreekbeurt of boekenkring hadden.

Er is tegenwoordig ook een variant op PowerPoint. Het heet Prezi. Grote voordeel van dit programma is dat het online werkt. Waar je ook bent: je kunt er altijd bij. Daarnaast is het een stuk dynamischer en alles verloopt in een geheel. Financieel voordeel is er ook: het is gratis! Dat zou een boel beleidsmedewerkers aanspreken. Voor PowerPoint moet je namelijk gewoon betalen, maar ik vraag me af of er nog mensen zijn die zich dat realiseren.

Even terugkomen op het presenteren op school. Wat is het doel ook al weer van een spreekbeurt? Het doel is dat een leerling een korte monoloog voert, over een eigen of door de docent bepaald onderwerp. De konijnen, paarden en haaien...u weet wel. Dit wordt dan in een presentatie gestopt. De meest fantastische animaties vliegen vervolgens langs. De ene leerling kan nog meer mogelijkheden vinden dan de andere en voor je het weet wordt het een show. Bij het gebruik van Prezi zal dit ook kunnen gebeuren, vrees ik.

Laatst ontdekte ik Pecha Kucha. Hierbij is het de bedoeling dat je precies 20 afbeeldingen presenteert in totaal 6 minuten en 40 seconden. Dat betekent dat je per dia maar 20 seconden iets mag vertellen. Door dit strakke schema dwing je mensen om precies te vertellen wat noodzakelijk is. Je voorkomt een show van animaties en geluid (die standaard explosies en applaus in PowerPoint zijn het ergst als je het mij vraagt…de kenners weten wat ik bedoel) en ook dwing je de deelnemer (lees: leerlingen) om heel creatief te werk te gaan. En volgens mij zijn die leerlingen heel creatief. Wat zeker ook niet onbelangrijk is: de anderen blijven geboeid(er) luisteren.

Het doel wordt op deze manier bereikt. Leerlingen vertellen wat ze moeten en ook willen vertellen. Het duurt vooral niet te lang (sommigen lezen alle soorten haaien voor).

Er zijn al eerder mensen geweest die deze vorm hebben voorgesteld, maar ik ben nog niemand tegengekomen die het heeft geprobeerd met zijn of haar klas. Daag sommige leerlingen eens uit of ze dit ook zouden kunnen. Je kunt zelf een Pecha Kucha maken in PowerPoint. Bij de diaovergang stel je in dat om de 20 seconden de volgende dia wordt getoond. 

Ps Het schijnt dat er ook Pecha Kucha-avonden worden georganiseerd. Idee voor een ouderavond?

donderdag 23 juni 2011

Wat wil jij later worden?

Ik reis niet zo vaak met de trein, maar laatst las ik op een station:

ASP-Programmeur gezocht!

Wat is in vredesnaam ASP? ASP is een taal en er kunnen websites mee worden gemaakt. Deze sites kun je met behulp van ASP dynamisch maken waardoor het meer is dat een standaard site. Wauw!

Op internet barst het van de vacaturesites. Naast een buschauffeur, secretaresse, kassamedewerker of een vulploegmedewerker is men tegenwoordig op zoek naar meer. Beroepen die pakweg 10 jaar geleden waarschijnlijk niet bestonden. Hieronder zomaar een greep uit een aantal vacatures die je vindt op verschillende websites die op zoek zijn naar personeel:

§  business analyst – ERP
§  Applicatiebeheerder Dynamics Axapta
§  Gezocht : Senior Flex Developer
§  Unix application specialist in a hightech environment
§  Project Engineer Domotica
§  Gezocht: Medewerker Functioneel Applicatie Beheer (ervaring PLSQL vereist!)
§  AR/AP Specialist
§  Sharepoint consultant
§  Gezocht : Senior BO/BOXI Engineer
§  Senior GIS Consultant
§  SAP MRS consultant gezocht

Weet u welke vaardigheden u hiervoor nodig heeft? Als we ons zouden verdiepen in wat onze kinderen bezighoudt, dan weet u dat lang niet alle vaardigheden die wij onze kinderen vroeger leerden meer van belang zijn.

Eind maart buitelden de media en dus ook alle experts weer eens over elkaar heen. “Meer dan de helft van de leerlingen van groep 8 weet niet waar Utrecht ligt”. Ook kaartlezen en geschiedenis laten nogal te wensen over, zo bleek uit onderzoek. Het is in de afgelopen 10 jaar behoorlijk achteruit gegaan.

Wat jammer is, is dat ze niet gekeken hebben naar andere vaardigheden van leerlingen. Ik denk namelijk dat de vaardigheden die je nodig hebt om bepaalde zaken op te zoeken wél zijn toegenomen. Maar dat gaat niet vanzelf. Daar moet je kinderen bij helpen. Dat kan thuis, maar ook op school. Door papa en mama, maar ook door de juf en meester.

Bastiaan Kooij

vrijdag 10 juni 2011

Is de iPad klaar voor het basisonderwijs?

Steeds meer basisscholen kiezen ervoor om met laptops of mini-notebooks aan de slag te gaan. Sinds de introductie van de iPad  krijg ik vaak de vraag of deze geschikt is om in te zetten in het basisonderwijs.
Het apparaat lijkt mij zeer geschikt om in het basisonderwijs in te zetten. Het is handzaam, heeft geen kabels nodig, heeft een lange accuduur en is erg gebruiksvriendelijk. Natuurlijk is het  wel raadzaam om te zorgen voor een goede beschermhoes. Het apparaat is namelijk erg gevoelig voor krassen. Daarnaast is het natuurlijk van belang om kinderen in het gebruik te helpen. Vaardigheden van kinderen worden immers vaak overschat.
Minder enthousiast ben ik over de didactisch meerwaarde van een iPad. Bij de begeleiding van scholen met een mini-notebook of laptop probeer  ik deze  te integreren in het onderwijsaanbod. Dit kan door bijvoorbeeld digitale reken toetsen of dictees af te nemen  of natuurlijk met (methode) software. De oude pakketten draaien vaak lokaal op een server of werkstation. De nieuwe  educatieve software pakketten staan vooral online.  Zowel de oude software als de nieuwe webbased software  maken meestal gebruik van Flash. Een techniek die niet door de iPad wordt ondersteund. Dat maakt de integratie met de huidige software erg moeilijk.
Ook het uitwisselen van gegevens vind ik lastig. Het is niet goed mogelijk om de iPad op te nemen in een netwerk. Dat betekent dat je gegevens via internet moet versturen of via iTunes. Dit is met kinderen op basisschool  erg lastig. Je zou graag willen dat kinderen bijvoorbeeld hun werkstuk op de iPad kunnen maken en vervolgens makkelijk kunnen uitwisselen.
Ik hoop van harte dat dit in de toekomst wel mogelijk wordt. Ik zie het al voor me: Leerlingen maken hun digitale  toets op de iPad en deze wordt automatisch verstuurd naar het leerlingvolgsysteem. Als leerkracht zie je de resultaten nagekeken en al binnen komen! Je bent als leerkracht niet meer aan het administreren maar aan het analyseren. Dat is namelijk een slag die de komende jaren met behulp van ICT gemaakt moet gaan worden. De administratieve last moet en kan met behulp van ICT toepassingen om laag.
Wouter Stiekema

maandag 30 mei 2011

Onderwijs en social media

Wat is nu eigenlijk Social Media ofwel sociale media?  Wanneer ik dit (online)op zoek, krijg ik de volgende definitie: Social media of sociale media is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, met geen of weinig tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Tevens is er sprake van interactie en dialoog tussen de gebruikers onderling.” Bron: Wikipedia.

Steeds meer mensen maken gebruik van deze sociale media. Ook in de school zijn er genoeg medewerkers en leerlingen die een Hyves en/of Facebook  account hebben. Leerkrachten houden een weblog bij  met lesideeën of andere onderwijsgerelateerde zaken die hen bezig houdt. Ook zie je steeds meer in de school zelf dat leerkrachten sociale media in de les gaan gebruiken of dat de school zelf een twitter-account heeft. Er zijn dan ook genoeg leuke en zinvolle mogelijkheden met sociale media in het onderwijs te bedenken. Bijvoorbeeld een weblog maken met de klas voor de groepspagina op de website, maar ook de ouders op de hoogte houden van een kamp d.m.v. Twitter.  

Op zich een leuke en onvermijdelijke ontwikkeling, maar staan we wel voldoende stil bij eventuele gevolgen van het gebruik van al deze nieuwe media? Kinderen/ jongeren hebben tegenwoordig bijna allemaal een Hyves of Facebook pagina: ze sturen elkaar krabbels of plaatsen berichten op het prikbord, uploaden gezellige foto’s van feestjes of andere bezigheden en delen allerhande informatie met al hun digitale en echte ‘vrienden’. Ik maak dit onderscheid omdat het soms ook een sport is om zoveel mogelijk ‘vrienden’ te hebben.
In de loop van de tijd wordt er op het wereldwijde web een hoop informatie van jou als persoon verzameld. Waar blijft het als je iets verwijderd, is het dan ook echt weg? Maak kinderen bewust ervan dat wat zij vandaag op het web zetten, ze daar misschien 20 jaar later tijdens een sollicitatie nog mee geconfronteerd kunnen worden. Hoe onschuldig het nu ook lijkt. Probeer het zelf maar eens door in Google of www.wieowie.nl je eigen naam als zoekterm in te voeren.
Maak jezelf en je leerlingen bewust van gebruik van social media. Vorige week heeft de netwerksite ‘Hyves’ een lespakket gepubliceerd ‘Veilig leren hyven’ (http://www.hyves.nl/lespakket). Een mooie en praktische handreiking voor de leerkracht om kinderen bewust te maken, van wat zij publiceren op het internet. Daarnaast vind je nog meer informatie bij o.a. Mijn kind online(www.mijnkindonline.nl) en E-safety Kit (http://www.esafetykit.net/index2.html)
In mijn volgende blog zal ik stilstaan bij de effecten van sociale media op de sociale ontwikkeling: er zijn ook positieve kanten.
Veel plezier met sociale media, ook in het onderwijs!
Petra Rippe
Gebruiker van verschillende sociale media

woensdag 18 mei 2011

De docent ICT competent

We zijn het er met elkaar wel over eens: onderwijs met ICT werkt. Het wordt aantrekkelijker, het zorgt voor een rijkere leeromgeving en men kan onderwijs meer op maat aanbieden.
Het gebruik van ICT kent 3 niveaus. Je hebt de leerling, de leerkracht en de school. Op dit moment stopt de implementatie van ICT op veel scholen. Er bestaat weliswaar een club enthousiaste en gedreven voorhoedespelers. Maar daarnaast is er wel de grootste club: de (af) wachtende meerderheid.
Als je ICT goed wilt inzetten, zul je goed moeten nadenken hoe je dit wilt gaan doen. Kennisnet heeft hiervoor een model ontwikkelt. Het Vier in Balans model. Een helder model wat beschrijft dat je niet zomaar ICT kunt gebruiken maar te maken hebt met 4 pijlers: visie, deskundigheid, digitaal leermateriaal en ICT-infrastructuur.
Er is de afgelopen jaar volop geïnvesteerd in hardware. Op de meeste basisscholen hangen digitale schoolborden, er is een goed draaiend netwerk aangelegd, de software is goed geïnstalleerd en werkt goed. Maar de grote vraag is nu: wordt het wel daadwerkelijk wel goed ingezet? Levert de forse investering ook echt iets op? Een digibord is bijvoorbeeld meer dan alleen filmpjes kijken en wat aantekeningen maken met behulp van de software. Het inzetten van educatieve software is meer dan alleen het zomaar werken met Ambrasoft. Op heel veel scholen wordt dit pakket door leerlingen gebruikt voor het verzamelen van Robbies. Weet u niet wat dat zijn? Vraag het maar eens aan willekeurige leerling…
Wat is nou de oorzaak van het willekeurig inzetten van software? Waarom klaagt men in het onderwijs over hoge werkdruk aan de ene kant, terwijl er aan de andere kant door het gebruik van ICT wel degelijk gezorgd kan worden voor werkdrukverlaging?
Uit onderzoek van Kennisnet blijkt dat de deskundigheid op het gebeid van ICT een van de belangrijkste factoren is die extra aandacht behoeft om ICT in het onderwijs te implementeren.
De Wet BIO
De wet op de beroepen in het onderwijs (wet BIO) schrijft voor dat elke school een bekwaamheidsdossier bijhoudt van alle leraren op die school. Dat geldt sinds schooljaar 2006 - 2007. De vorm is niet wettelijk bepaald. Dat betekent dat scholen de vrijheid hebben een eigen vorm en inhoud te ontwikkelen. Een bekwaamheidsdossier is een geordende verzameling gegevens die laten zien dat de leraar bekwaam is en zijn bekwaamheid onderhoudt in afstemming met het beleid van zijn school.

Het bekwaamheidsdossier laat zien dat de leraar bekwaam is en zijn bekwaamheid onderhoudt, en dat de school hem daartoe de mogelijkheden en middelen biedt. In de Wet BIO ontbreken echter bekwaamheidseisen op het gebied van ICT. Dit resulteert er in dat een school of bestuur zijn personeel hierop niet kan sturen.
Op zich is dit vreemd, want aan de ene kant investeert men heel veel geld in allerlei hard- en software, maar aan de andere kant stellen we geen eisen aan het personeel hoe men dit kan en zou moeten inzetten.

En wat te denken van dit. Veel scholen hebben een ICT-leerlijn waarin staat wat de leerling aan het eind van de basisschoolperiode zou moeten kunnen op de computer. We stellen eisen aan onze leerlingen, maar doen dit niet voor onze leerkrachten. Kunnen die dan allemaal een eenvoudige PowerPoint maken? Kunnen ze allemaal de foto’s op de website van school plaatsen? Kunnen de leerkrachten snel een plaatje zoeken bij een bepaald thema? ….
Heutink ICT kan u helpen met het opstellen van een handboek waarin staat wat leerkrachten op het gebied van ICT zouden moeten kennen en kunnen. Dit is niet een Digitaal Rijbewijs waarin we dingen leren die we morgen niet meer gebruiken. Het is een handboek die hoort bij de school/stichting waarin staat wat er van leerkrachten wordt verwacht op het gebied van ICT. De leerkrachten worden ook getest op hun vaardigheden en waar nodig ondersteund. Zo haalt u rendement uit uw investeringen en kunt u de toekomst ook gerichter investeringen blijven doen.


Bastiaan Kooij

vrijdag 22 april 2011

Meerwaarde van ICT in het onderwijs

Wat is nu precies de toegevoegde waarde van ICT in het onderwijs? Wat werkt wel en wat niet? Ligt het accent op de techniek als Ipad, touchmate of netbook of zit het meer in de toepassing die het leerproces van een kind moet ondersteunen?
Voor dat laatste ben ik op een hele goede toepassing gestuit wat ICT en onderwijs dicht bij elkaar brengt; http://www.tinyeye.nl/
Het primair onderwijs heeft een aantal lastige vraagstukken op het bord liggen. We willen graag passend onderwijs aanbieden, maar dit vraagt wel bepaalde expertise van school en leerkracht. Daarnaast liggen er allerlei bezuinigingen te wachten en dit maakt het voor scholen moeilijk deze expertise in te huren en aan te bieden. Ouders willen wel graag dat de RT goed geregeld is binnen een school.
Hoe kan ik als school dus wel alle noodzakelijke zorg bieden zonder personele verplichtingen aan te gaan of mijn team te overladen met allerlei specifieke cursussen. Hier zou ICT een hele goede rol kunnen spelen en dat is precies wat TinyEYE doet.
TinyEYE bied online logopedie aan en is bewezen effectief. Deze manier van logopedie heeft een aantal voordelen. Logopedist hoeft niet meer te reizen, heeft meer dan 120 online games met ontelbare variaties op logopedisch probleem gerangschikt tot de beschikking. De sessies worden door de zorgverzekeraar vergoed en ook thuis kan de leerling verder met de opdrachten. Ik heb een sessie bijgewoond en kinderen vinden het heel leuk en zijn ook heel taakgericht!. De onderwijsinstelling kan op deze manier specifieke zorg aanbieden tegen minimale kosten en inspanning.
Kortom het combineert ICT en onderwijs  op een goede manier. Het wachten is op een variant voor andere RT zorg als rekenen en lezen.

Wouter Würdemann

Educatieve Software implementeren

De komende jaren kiezen de meeste basisscholen een nieuwe rekenmethode. De uitgevers ontwikkelen tegenwoordig prachtige educatieve software pakketten die bij de methode horen en zelfs vaak een geïntegreerd onderdeel vormen. Waar de pakketten eerst nog geïnstalleerd moesten worden op een netwerk, zijn de nieuwe pakketten meestal webbased. De pakketten kunnen dus steeds flexibeler worden ingezet.
Toch worstelen nog veel scholen met de structurele implementatie van educatieve softwarepakketten in het onderwijs. De inzet hangt vaak af van de individuele ICT vaardigheid en motivatie van de leerkracht. Als de software al wordt gebruikt, dan gebeurt dat vaak additioneel in plaats van geïntegreerd.
Als je kinderen zonder begeleiding achter de computer zet gaan ze spelletjes spelen. Dit doen ze net als thuis. Ze openen een spelletje, sluiten deze weer, kiezen een ander spel of beginnen opnieuw. Op de juiste manier werken met educatieve software is vaak een verandering van denken. Leerkrachten en leerlingen moeten zich ervan bewust zijn dat het werken met educatieve software een andere vorm van werken is. Het is dus geen spelletje!
Zelf ben ik er voorstander van om in het Leerlingvolgsysteem van een softwarepakket leerlingen weinig vrijheid te geven. Ze kunnen alleen de opdrachten maken waar nu gewerkt wordt. Dit heeft twee redenen:
Ten eerste dwingt het de leerkracht om vaak in het systeem te kijken. De leerkracht wordt hierdoor automatisch vaardiger in het gebruik.
Ten tweede moet je kinderen kaders bieden waarbinnen ze kunnen werken. Ook de leerlingen krijgen door dat de software een onderdeel is van de les.
Het is erg belangrijk dat een leerkracht in de les aandacht besteed aan de gemaakte opdrachten. Geef kinderen ook feedback op het gebruik van de software.
Een goede geïntegreerde inzet van educatieve software begint bij de directie van de school. Zij moeten een goede visie over de inzet formuleren. Als je denkt dat de inzet van software altijd tijd oplevert moet je het niet doen!
Belangrijk in het gebruik is kennis. Als leerkracht moet je weten wat de visie van de uitgever is bij het pakket. Is het oefensoftware of toetssoftware? Kun je delen uit de methode vervangen voor het softwarepakket?
Verder moet je de werking van het pakket goed beheersen. Dat wil dus zeggen dat je zelf ook opdrachten uit de software moet maken. En vervolgens ook naar de resultaten gaat kijken.
Mijn advies is om zo dicht mogelijk bij de methode te blijven!
Misschien wel de belangrijkste stap is de borging. Vaak zijn er op scholen in het verleden wel afspraken gemaakt over de inzet. Maar zijn deze door de waan van de dag in een map beland. Belangrijk is om goed af te spreken wie er verantwoordelijk is voor de borging. Mijn advies is om dit bij de directie neer te leggen. Die komen vaak in klassen en kunnen leerkrachten aanspreken als software niet goed wordt gebruikt. Laat de afspraken ook jaarlijks terugkomen op een vergadering. Waarnodig kunnen de afspraken ook worden bijgesteld.


stappenplan:

  • Vaststellen visie van de directie
  • Informatie bijeenkomst voor het team
    • Uitgangspunten en visie van de uitgever
    • Uitleggen werking softwarepakket
    • Aan de slag met de software en LVS
  • Afspreken van een proeftuin van een maand
    • Iedereen gaat in zijn klas een maand aan de slag.
  • Afspraken over inzet en werking op papier zetten
    • Sla deze afspraken op een plaats op waar iedereen erbij kan (ook nieuwe leerkrachten)
  • Borging
    • Maak afspraken over de borging. Wie controleert of er daadwerkelijk volgens de afspraken wordt gewerkt.
    • Laat jaarlijks de afspraken langs komen en stel ze waarnodig bij.
Wouter Stiekema

maandag 18 april 2011

Kleuters en computers

Steeds meer krijgt het computergebruik vorm in de onderbouwgroepen. Geweldig, want het is belangrijk dat de kinderen van de toekomst ook toekomstgericht onderwijs krijgen. Zo hebben de meeste  kleuterleerkrachten de computer een vaste plek gegeven tijdens de werkles. Het is niet meer de vraag OF we de computer gaan gebruiken, maar vooral de WIE, WAT, WANNEER vragen staan centraal.

WIE?
Mag ieder kind even vaak op de computer, omdat dat eerlijk is? Of heeft de een het meer nodig dan een ander kind, omdat het bijvoorbeeld extra oefening nodig heeft. Er zijn totaalmethodes waar zelfs wordt aangegeven welke spelletjes kinderen op de computer moeten doen wanneer ze uitvallen op een bepaald onderdeel.
Wanneer je uitgaat van meervoudige intelligentie kun je ook zeggen dat de ene leerling prettiger leert van een computerspel, en een ander prettiger via een tekenactiviteit.
Wanneer de computer een vaste plek heeft op je planbord en je de spelletjes in de kring uitlegt (eventueel op een digitaal schoolbord) kun je de kinderen ook enthousiast maken om de computer te kiezen tijdens het werken.

WAT?
Wat we op de computer doen is afhankelijk van de educatieve programma’s die een school voor de groepen 1 en 2 heeft aangeschaft. Dat kan software zijn die bij een methode hoort. Maar het kan ook een los educatief pakket zijn. Belangrijk is om te kijken welke doelen je wilt behalen wanneer de kinderen de spellen spelen. Spelen omdat het ‘leuk’ is, kan, maar belangrijker is een educatieve waarde. Kijk of de pakketten de lading dekken van hetgeen dat je wilt dat de kinderen leren.
Let bij het kiezen voor een bepaald pakket ook op de leerling-registratie, het is belangrijk om op een eenvoudige manier te kunnen zien, hoe goed een leerling een bepaald onderdeel doet.
Wanneer je kinderen op het internet spelletjes laat spelen, is het noodzakelijk dat er goede auditieve ondersteuning is, zodat het duidelijk is voor de kinderen wat ze moeten doen. Denk hierbij ook aan vervelende pop-ups en reclamebanners die de kinderen in de war kunnen maken of voor erg veel afleiding zorgen.
Naast de spelletjes die zich vooral richten op taal en rekenvaardigheden, kun je ook zoeken naar spelletjes die de muisvaardigheid trainen. Het is van belang is dat bepaalde vaardigheden reeds in de onderbouw wordt aangeboden. De ICTleerlijn van de school zou je hier houvast kunnen geven.

WANNEER?
De computers die in de groepen 1 en 2 gebruikt worden, worden over het algemeen ingezet tijdens de werkles. Ga na of het ook mogelijk is om tijdens deze werkles ook de computers in de andere groepen te gebruiken wanneer deze bijvoorbeeld aan het gymen of buitenspelen zijn. Zo kun je dubbel zoveel werkplekken gebruiken.

Het is een keus om kinderen gedurende de hele werkles achter de computer te laten zitten. Bij veel educatieve programma’s kun je werken met werklijstjes of kun je de maximaal te spelen tijd instellen. Zo kan er tijdens de werkles ook gerouleerd worden.

Ga als onderbouw eens na of er bevredigend antwoord gegeven kan worden op de WIE, WAT en WANNEER-vraag, of kijk of er nog verbeterpunten zijn te vinden.

Succes!
Marloes de Vetten

dinsdag 12 april 2011

ICT en Onderwijs; de ICT-er

Wat is nu werkelijk de toegevoegde waarde van ICT in het onderwijs? Welke investering is zinvol? Waar leg ik als ICT-coördinator de nadruk op en ga ik op mijn school tijd in investeren? Ipad? Netbook? Touch? Office365? Cloud computing?
Het is een flinke uitdaging om tegenwoordig ICT-coördinator te zijn; te weinig tijd en te veel wensen. Als we alle artikelen die over dit onderwerp geschreven zijn en de ICT goeroes mogen geloven is het slecht gesteld met ICT in het onderwijs.
Tijd voor bezinning en reflectie; welk pad ga ik als school kiezen als het om de ICT ontwikkelingen gaat? Hoe belangrijk is ICT?
Een aantal aandachtspunten voor een ICT –coördinator:                             
-          voer een klein onderzoekje uit; hoe staat ICT er bij mij op school voor?
-          Welke onderwijskundige vernieuwingen zijn we als team meebezig?
-          Ga in gesprek met je directie; Hoe kijkt die naar ICT? Taken? verantwoordelijkheden?
-          Ga in gesprek met je collega’s; hoe denken zij over onderwijs en ICT?
-          Begin klein; wat hebben we en wat doen we ermee?
-          Formuleer eens twee doelstellingen voor volgend schooljaar; concreet!
-          Werk deze doelstellingen uit in een projectplannetje; realistisch!
-          Hoe ziet je eigen visie er uit? NIET: het zal wel in de cloud en alle leerlingen zullen we een laptop of Ipad hebben.
-          Hoe ondersteun en versterk je het huidige onderwijs middels ICT.
Een goede ICT-er weet wat er op school gebeurt en kan middels kleine projecten draagvlak creëren. Gooi je voelsprieten uit en ga in gesprek met je collega’s.
Wouter Würdemann

woensdag 6 april 2011

ICT Didactief blog LIVE!

vanaf vandaag, 6 april 2011 is de ICT didactief blog live. de blog site voor iedereen die iets met ICT en onderwijs heeft. practische informatie voor ICT-ers, leerkrachten en schoolleiders. deze blog wordt gevuld door ICT adviseurs met de voeten in de klei en jaren ervaring in het onderwijs.
volg het, beleef het en doe er je voordeel mee.

het ICT didactief team.