vrijdag 7 oktober 2011

Avond/toekomst van het onderwijs

Rob Martens is hoogleraar multimediale educatie. Hij houdt zich bezig met vernieuwing in het onderwijs en wil dat o.a. sociale media meer wordt gebruikt in het onderwijs. Tijdens de uitzending van De avond van het onderwijs ging de hoogleraar in discussie met Presley Bergen (Beter Onderwijs Nederland, BON). De stelling luidde “ICT is de belangrijkste sleutel naar beter onderwijs” en eigenlijk was het antwoord vooraf al duidelijk. Tuurlijk niet! Meneer Bergen sloeg binnen 10 seconden de spijker op zijn kop: “ICT is een middel, net als een pen, een boekje…” En daarmee was eigenlijk de discussie wel klaar, dacht ik.

Na een korte film over het gebruik van laptops op het MBO vervolgde de hoogleraar zijn verhaal. Zijn visie op de jeugd klopte volledig. Een generatie die volledig digitaal opgroeit maar daar op school nog weinig  mee te maken krijgt. Kinderen leven in een digitale wereld. Een citaat van een leerling was: “School…dat is voor als ik off-line ben.” Toen was het de beurt van meneer Bergen. Ook zijn verhaal klopte helemaal. Hij pleitte voor een docent met inhoud. Iemand die goed in staat moet zijn om goed uitleg te geven. Hij was ook tegen ICT in de klas en toen had hij weer een paar sterkte argumenten. Het eerst was namelijk dat we kinderen overschatten als het gaat om hun kennis ten aanzien van ICT. Daarnaast kunnen kinderen heel moeilijk hun weg vinden via het internet. Het laatste argument was dat het volgens meneer Bergen een zooitje wordt met al die spullen in de klas. Tja…eigenlijk vroeg deze man om hulp bij het gebruik van ICT.

Wat beiden vertelden wordt prachtig weergegeven in een afbeelding op de website van BON. Het antwoord op de stelling werd gegeven door basisschool directeur Ton van Rijn. Meneer pleitte er voor dat de leerkracht moet leren om om te gaan met ICT. Net als hem wil ik daar aan toevoegen dat niet alleen de leerkracht, maar vooral ook de leerling moet worden begeleid in het gebruik van ICT. Dan blijft het een middel (zoals meneer Bergen terecht aangaf) en zal ook meneer Martens tevreden zijn.

Bastiaan Kooij

maandag 26 september 2011

Haal de wereld je klas binnen op het digitale bord

Verhalen vertellen een kunst die al sinds jaar en dag wordt gebruikt om kinderen te onderwijzen. Kinderen maken van de vertelde woorden een voorstelling en beleven zo het verhaal enorm goed mee.
Helaas is onderzocht dat maar weinig van al het gehoorde verhaal blijft hangen. Wanneer kinderen er ook nog wat bij zien, of kunnen doen, zal hetgeen dat onthouden moet worden procentueel omhoog schieten!
Eenvoudig is om op het digitale bord een praatplaat of mooie foto te zetten, waar de kinderen het verhaal nog eens extra beleven. Een plaat met hierop een VOC schip dat lijkt te deinen in de golven, spreekt al erg aan.
Ook een filmpje van 2 a 3 minuutjes is vaak al genoeg om voorkennis op te halen of je verhaal te onderstrepen.
Nog mooier zijn platen die interactief zijn. Hierop kan geklikt worden en  krijgt de leerling extra informatie, een vraag of een opdracht. Veel bedrijven maken dergelijke platen voor het onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan verkeersplaten die bij School op Seef op de site staan.
Prachtig zijn ook de internetsites waarbij je kunt inzoomen op bepaalde plekken op de wereld. Zoom in op de Grand Canyon, en je hebt een 360` beeld waarin je kunt ronddraaien. Maar ook in het Achterhuis van Anne Frank kun je rondlopen en wat dacht je van de straat van de school die je kunt benaderen met Google Streetview?
Zo gebruik je het digitale bord als ondersteuning bij je lesgeven. Door een stuk interactiviteit aan te brengen zal het overbrengen van kennis veel eenvoudiger gaan. Laat leerlingen klikken, door de straten lopen, vragen beantwoorden en quizjes spelen. Zo komt de wereld je klas echt binnen.

Marloes de Vetten

vrijdag 9 september 2011

Pecha Kucha

Op veel scholen gebruiken leerlingen PowerPoint bij hun spreekbeurt. Deze is al dan niet gemaakt door henzelf of door een familielid. Heel goed dat ze zijn geholpen. Wie is vroeger nou niet geholpen toen we een spreekbeurt of boekenkring hadden.

Er is tegenwoordig ook een variant op PowerPoint. Het heet Prezi. Grote voordeel van dit programma is dat het online werkt. Waar je ook bent: je kunt er altijd bij. Daarnaast is het een stuk dynamischer en alles verloopt in een geheel. Financieel voordeel is er ook: het is gratis! Dat zou een boel beleidsmedewerkers aanspreken. Voor PowerPoint moet je namelijk gewoon betalen, maar ik vraag me af of er nog mensen zijn die zich dat realiseren.

Even terugkomen op het presenteren op school. Wat is het doel ook al weer van een spreekbeurt? Het doel is dat een leerling een korte monoloog voert, over een eigen of door de docent bepaald onderwerp. De konijnen, paarden en haaien...u weet wel. Dit wordt dan in een presentatie gestopt. De meest fantastische animaties vliegen vervolgens langs. De ene leerling kan nog meer mogelijkheden vinden dan de andere en voor je het weet wordt het een show. Bij het gebruik van Prezi zal dit ook kunnen gebeuren, vrees ik.

Laatst ontdekte ik Pecha Kucha. Hierbij is het de bedoeling dat je precies 20 afbeeldingen presenteert in totaal 6 minuten en 40 seconden. Dat betekent dat je per dia maar 20 seconden iets mag vertellen. Door dit strakke schema dwing je mensen om precies te vertellen wat noodzakelijk is. Je voorkomt een show van animaties en geluid (die standaard explosies en applaus in PowerPoint zijn het ergst als je het mij vraagt…de kenners weten wat ik bedoel) en ook dwing je de deelnemer (lees: leerlingen) om heel creatief te werk te gaan. En volgens mij zijn die leerlingen heel creatief. Wat zeker ook niet onbelangrijk is: de anderen blijven geboeid(er) luisteren.

Het doel wordt op deze manier bereikt. Leerlingen vertellen wat ze moeten en ook willen vertellen. Het duurt vooral niet te lang (sommigen lezen alle soorten haaien voor).

Er zijn al eerder mensen geweest die deze vorm hebben voorgesteld, maar ik ben nog niemand tegengekomen die het heeft geprobeerd met zijn of haar klas. Daag sommige leerlingen eens uit of ze dit ook zouden kunnen. Je kunt zelf een Pecha Kucha maken in PowerPoint. Bij de diaovergang stel je in dat om de 20 seconden de volgende dia wordt getoond. 

Ps Het schijnt dat er ook Pecha Kucha-avonden worden georganiseerd. Idee voor een ouderavond?

donderdag 23 juni 2011

Wat wil jij later worden?

Ik reis niet zo vaak met de trein, maar laatst las ik op een station:

ASP-Programmeur gezocht!

Wat is in vredesnaam ASP? ASP is een taal en er kunnen websites mee worden gemaakt. Deze sites kun je met behulp van ASP dynamisch maken waardoor het meer is dat een standaard site. Wauw!

Op internet barst het van de vacaturesites. Naast een buschauffeur, secretaresse, kassamedewerker of een vulploegmedewerker is men tegenwoordig op zoek naar meer. Beroepen die pakweg 10 jaar geleden waarschijnlijk niet bestonden. Hieronder zomaar een greep uit een aantal vacatures die je vindt op verschillende websites die op zoek zijn naar personeel:

§  business analyst – ERP
§  Applicatiebeheerder Dynamics Axapta
§  Gezocht : Senior Flex Developer
§  Unix application specialist in a hightech environment
§  Project Engineer Domotica
§  Gezocht: Medewerker Functioneel Applicatie Beheer (ervaring PLSQL vereist!)
§  AR/AP Specialist
§  Sharepoint consultant
§  Gezocht : Senior BO/BOXI Engineer
§  Senior GIS Consultant
§  SAP MRS consultant gezocht

Weet u welke vaardigheden u hiervoor nodig heeft? Als we ons zouden verdiepen in wat onze kinderen bezighoudt, dan weet u dat lang niet alle vaardigheden die wij onze kinderen vroeger leerden meer van belang zijn.

Eind maart buitelden de media en dus ook alle experts weer eens over elkaar heen. “Meer dan de helft van de leerlingen van groep 8 weet niet waar Utrecht ligt”. Ook kaartlezen en geschiedenis laten nogal te wensen over, zo bleek uit onderzoek. Het is in de afgelopen 10 jaar behoorlijk achteruit gegaan.

Wat jammer is, is dat ze niet gekeken hebben naar andere vaardigheden van leerlingen. Ik denk namelijk dat de vaardigheden die je nodig hebt om bepaalde zaken op te zoeken wél zijn toegenomen. Maar dat gaat niet vanzelf. Daar moet je kinderen bij helpen. Dat kan thuis, maar ook op school. Door papa en mama, maar ook door de juf en meester.

Bastiaan Kooij

vrijdag 10 juni 2011

Is de iPad klaar voor het basisonderwijs?

Steeds meer basisscholen kiezen ervoor om met laptops of mini-notebooks aan de slag te gaan. Sinds de introductie van de iPad  krijg ik vaak de vraag of deze geschikt is om in te zetten in het basisonderwijs.
Het apparaat lijkt mij zeer geschikt om in het basisonderwijs in te zetten. Het is handzaam, heeft geen kabels nodig, heeft een lange accuduur en is erg gebruiksvriendelijk. Natuurlijk is het  wel raadzaam om te zorgen voor een goede beschermhoes. Het apparaat is namelijk erg gevoelig voor krassen. Daarnaast is het natuurlijk van belang om kinderen in het gebruik te helpen. Vaardigheden van kinderen worden immers vaak overschat.
Minder enthousiast ben ik over de didactisch meerwaarde van een iPad. Bij de begeleiding van scholen met een mini-notebook of laptop probeer  ik deze  te integreren in het onderwijsaanbod. Dit kan door bijvoorbeeld digitale reken toetsen of dictees af te nemen  of natuurlijk met (methode) software. De oude pakketten draaien vaak lokaal op een server of werkstation. De nieuwe  educatieve software pakketten staan vooral online.  Zowel de oude software als de nieuwe webbased software  maken meestal gebruik van Flash. Een techniek die niet door de iPad wordt ondersteund. Dat maakt de integratie met de huidige software erg moeilijk.
Ook het uitwisselen van gegevens vind ik lastig. Het is niet goed mogelijk om de iPad op te nemen in een netwerk. Dat betekent dat je gegevens via internet moet versturen of via iTunes. Dit is met kinderen op basisschool  erg lastig. Je zou graag willen dat kinderen bijvoorbeeld hun werkstuk op de iPad kunnen maken en vervolgens makkelijk kunnen uitwisselen.
Ik hoop van harte dat dit in de toekomst wel mogelijk wordt. Ik zie het al voor me: Leerlingen maken hun digitale  toets op de iPad en deze wordt automatisch verstuurd naar het leerlingvolgsysteem. Als leerkracht zie je de resultaten nagekeken en al binnen komen! Je bent als leerkracht niet meer aan het administreren maar aan het analyseren. Dat is namelijk een slag die de komende jaren met behulp van ICT gemaakt moet gaan worden. De administratieve last moet en kan met behulp van ICT toepassingen om laag.
Wouter Stiekema

maandag 30 mei 2011

Onderwijs en social media

Wat is nu eigenlijk Social Media ofwel sociale media?  Wanneer ik dit (online)op zoek, krijg ik de volgende definitie: Social media of sociale media is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, met geen of weinig tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Tevens is er sprake van interactie en dialoog tussen de gebruikers onderling.” Bron: Wikipedia.

Steeds meer mensen maken gebruik van deze sociale media. Ook in de school zijn er genoeg medewerkers en leerlingen die een Hyves en/of Facebook  account hebben. Leerkrachten houden een weblog bij  met lesideeën of andere onderwijsgerelateerde zaken die hen bezig houdt. Ook zie je steeds meer in de school zelf dat leerkrachten sociale media in de les gaan gebruiken of dat de school zelf een twitter-account heeft. Er zijn dan ook genoeg leuke en zinvolle mogelijkheden met sociale media in het onderwijs te bedenken. Bijvoorbeeld een weblog maken met de klas voor de groepspagina op de website, maar ook de ouders op de hoogte houden van een kamp d.m.v. Twitter.  

Op zich een leuke en onvermijdelijke ontwikkeling, maar staan we wel voldoende stil bij eventuele gevolgen van het gebruik van al deze nieuwe media? Kinderen/ jongeren hebben tegenwoordig bijna allemaal een Hyves of Facebook pagina: ze sturen elkaar krabbels of plaatsen berichten op het prikbord, uploaden gezellige foto’s van feestjes of andere bezigheden en delen allerhande informatie met al hun digitale en echte ‘vrienden’. Ik maak dit onderscheid omdat het soms ook een sport is om zoveel mogelijk ‘vrienden’ te hebben.
In de loop van de tijd wordt er op het wereldwijde web een hoop informatie van jou als persoon verzameld. Waar blijft het als je iets verwijderd, is het dan ook echt weg? Maak kinderen bewust ervan dat wat zij vandaag op het web zetten, ze daar misschien 20 jaar later tijdens een sollicitatie nog mee geconfronteerd kunnen worden. Hoe onschuldig het nu ook lijkt. Probeer het zelf maar eens door in Google of www.wieowie.nl je eigen naam als zoekterm in te voeren.
Maak jezelf en je leerlingen bewust van gebruik van social media. Vorige week heeft de netwerksite ‘Hyves’ een lespakket gepubliceerd ‘Veilig leren hyven’ (http://www.hyves.nl/lespakket). Een mooie en praktische handreiking voor de leerkracht om kinderen bewust te maken, van wat zij publiceren op het internet. Daarnaast vind je nog meer informatie bij o.a. Mijn kind online(www.mijnkindonline.nl) en E-safety Kit (http://www.esafetykit.net/index2.html)
In mijn volgende blog zal ik stilstaan bij de effecten van sociale media op de sociale ontwikkeling: er zijn ook positieve kanten.
Veel plezier met sociale media, ook in het onderwijs!
Petra Rippe
Gebruiker van verschillende sociale media

woensdag 18 mei 2011

De docent ICT competent

We zijn het er met elkaar wel over eens: onderwijs met ICT werkt. Het wordt aantrekkelijker, het zorgt voor een rijkere leeromgeving en men kan onderwijs meer op maat aanbieden.
Het gebruik van ICT kent 3 niveaus. Je hebt de leerling, de leerkracht en de school. Op dit moment stopt de implementatie van ICT op veel scholen. Er bestaat weliswaar een club enthousiaste en gedreven voorhoedespelers. Maar daarnaast is er wel de grootste club: de (af) wachtende meerderheid.
Als je ICT goed wilt inzetten, zul je goed moeten nadenken hoe je dit wilt gaan doen. Kennisnet heeft hiervoor een model ontwikkelt. Het Vier in Balans model. Een helder model wat beschrijft dat je niet zomaar ICT kunt gebruiken maar te maken hebt met 4 pijlers: visie, deskundigheid, digitaal leermateriaal en ICT-infrastructuur.
Er is de afgelopen jaar volop geïnvesteerd in hardware. Op de meeste basisscholen hangen digitale schoolborden, er is een goed draaiend netwerk aangelegd, de software is goed geïnstalleerd en werkt goed. Maar de grote vraag is nu: wordt het wel daadwerkelijk wel goed ingezet? Levert de forse investering ook echt iets op? Een digibord is bijvoorbeeld meer dan alleen filmpjes kijken en wat aantekeningen maken met behulp van de software. Het inzetten van educatieve software is meer dan alleen het zomaar werken met Ambrasoft. Op heel veel scholen wordt dit pakket door leerlingen gebruikt voor het verzamelen van Robbies. Weet u niet wat dat zijn? Vraag het maar eens aan willekeurige leerling…
Wat is nou de oorzaak van het willekeurig inzetten van software? Waarom klaagt men in het onderwijs over hoge werkdruk aan de ene kant, terwijl er aan de andere kant door het gebruik van ICT wel degelijk gezorgd kan worden voor werkdrukverlaging?
Uit onderzoek van Kennisnet blijkt dat de deskundigheid op het gebeid van ICT een van de belangrijkste factoren is die extra aandacht behoeft om ICT in het onderwijs te implementeren.
De Wet BIO
De wet op de beroepen in het onderwijs (wet BIO) schrijft voor dat elke school een bekwaamheidsdossier bijhoudt van alle leraren op die school. Dat geldt sinds schooljaar 2006 - 2007. De vorm is niet wettelijk bepaald. Dat betekent dat scholen de vrijheid hebben een eigen vorm en inhoud te ontwikkelen. Een bekwaamheidsdossier is een geordende verzameling gegevens die laten zien dat de leraar bekwaam is en zijn bekwaamheid onderhoudt in afstemming met het beleid van zijn school.

Het bekwaamheidsdossier laat zien dat de leraar bekwaam is en zijn bekwaamheid onderhoudt, en dat de school hem daartoe de mogelijkheden en middelen biedt. In de Wet BIO ontbreken echter bekwaamheidseisen op het gebied van ICT. Dit resulteert er in dat een school of bestuur zijn personeel hierop niet kan sturen.
Op zich is dit vreemd, want aan de ene kant investeert men heel veel geld in allerlei hard- en software, maar aan de andere kant stellen we geen eisen aan het personeel hoe men dit kan en zou moeten inzetten.

En wat te denken van dit. Veel scholen hebben een ICT-leerlijn waarin staat wat de leerling aan het eind van de basisschoolperiode zou moeten kunnen op de computer. We stellen eisen aan onze leerlingen, maar doen dit niet voor onze leerkrachten. Kunnen die dan allemaal een eenvoudige PowerPoint maken? Kunnen ze allemaal de foto’s op de website van school plaatsen? Kunnen de leerkrachten snel een plaatje zoeken bij een bepaald thema? ….
Heutink ICT kan u helpen met het opstellen van een handboek waarin staat wat leerkrachten op het gebied van ICT zouden moeten kennen en kunnen. Dit is niet een Digitaal Rijbewijs waarin we dingen leren die we morgen niet meer gebruiken. Het is een handboek die hoort bij de school/stichting waarin staat wat er van leerkrachten wordt verwacht op het gebied van ICT. De leerkrachten worden ook getest op hun vaardigheden en waar nodig ondersteund. Zo haalt u rendement uit uw investeringen en kunt u de toekomst ook gerichter investeringen blijven doen.


Bastiaan Kooij